Zelf samenstellen voor pups, drachtige en zogende honden
Pagina 1 van 1
Zelf samenstellen voor pups, drachtige en zogende honden
Zelf samenstellen voor pups, drachtige en zogende honden
Hoewel je bij commerciële hondenvoeders voer hebt voor pups, jonge honden en oude honden werkt dit bij het zelf samenstellen anders. Een wolvenjong zal in de natuur ook geen andere dingen eten dan de volwassen dieren. Er bestaan immers geen “puppykonijnen” en “seniorherten”. Pups en ook oude honden eten hetzelfde alleen in andere hoeveelheden. Hoewel volwassen honden gemiddeld zo’n 2 tot 2,5% van hun gezonde lichaamsgewicht per dag eten eet een pup zo’n 5 á 10% van zijn lichaamsgewicht. Je kunt in het begin uitgaan van deze 5%. De percentages bot, spiervlees en orgaan zijn voor pups precies hetzelfde als voor volwassen honden. Dat wil dus zeggen: 60-70% spiervlees, 15% orgaanvlees en tot slot 15% bot. Ook bij pups is het belangrijk om minimaal 4 verschillende diersoorten te geven.
Bij pups, meer nog dan bij volwassen honden is het erg belangrijk om op het oog te voeren. De gegeven hoeveelheid is dan ook slechts een richtlijn, de ene pup heeft minder nodig dan de andere, sommige pups hebben meer voedsel nodig.
Vanaf een week of 4 kan een pup al een beetje mee-eten met wat vlees. Het makkelijkste is om dit heel fijn te malen of te knippen. Indien de pup wat ouder is kan hij al voorzichtig mee knabbelen aan wat zachte botjes zoals kippennekken. Botten om te beginnen zijn botten van gevogelte zoals kip, parelhoen, kwartel en eend. Konijn en haas zijn ook zeer geschikt om te voeren, zowel in zijn geheel met huid en haar, als ontveld en in stukken. Als je pup wat ouder is kun je overgaan op het 'zwaardere' werk zoals lamsnekjes en zachte ribbetjes. Kleinere gehele prooidiertjes zoals ratten en muizen zijn ook erg geschikt. Een pup krijgt met zijn fijne en kleine gebit natuurlijk nog geen grote botten weg. Je kunt aan je pup vanzelf merken wanneer je verder kan gaan met wat "moeilijkere botten". Geef geen dragende delen of harde botten aan pups tot ze volledig uitgewisseld zijn, dit kan voor een verkeerde stand van het gebit zorgen (tanden kunnen al te snel uitvallen)!
Spier en orgaanvlees mogen natuurlijk al meteen gegeven worden, van elk diersoort behalve varkensvlees in verband met de besmettelijke dierziekte Aujeszky. Sommige pups hebben in het begin wat meer moeite met wat taaier vlees zoals kopvlees maar de pup groeit vanzelf naar ‘moeilijkere’ stukken toe. Rauwe eieren (indien in zijn geheel gegeven), yoghurt en kefir kunnen ook probleemloos gevoerd worden. Probeer je pup ook als zo snel mogelijk kennis te laten maken met vis en wild. Veel honden die nog nooit vis en wild hebben gegeten en die er op latere leeftijd kennis mee maken willen het niet meer eten. Denk bij wild aan eend, fazant en konijn en haas.
Een pup dien je volgens de richtlijnen 2-3 maal per dag te voeren, vanaf een maand of 6 moet je ZEKER overgaan op 2 keer per dag, en vanaf een maand of 10 kun je overgaan op 1 maal per dag. De meeste pups doen het al meteen goed op 2 keer per dag. Als je vaker voert hebben ze nooit echt een vol maagje: immers voer je steeds muizenhapjes. Daarbij verteert rauw (écht rauw dus geen KVV) veel langzamer dan brokken.
Sommige honden geven echter al sneller aan dat één keer per dag voeren voldoende is. Je hond zelf is altijd de grootste raadgever, het kijken naar je hond is dan ook het belangrijkste. Bij pups mag je één maaltijd in de week overslaan. Die hoeveelheid die je "weglaat" bij 1 maaltijd dien je wel bij een andere maaltijd op die dag te geven. Vanaf een jaar kun je jouw hond een hele dag laten vasten. Liefst niet eerder omdat de hond dan nog volop in de groei is en alle voedingsstoffen nog zo ontzettend nodig heeft.
Drachtige en zogende honden
Bij drachtige teven kun je het beste de volgende percentages aanhouden:
15% bot (=30% vleesbot), 10% orgaanvlees en de rest spiervlees. Als de bevallig nadert is het verstandig wat extra lever te voeren in verband met eclampsie. Een zogende teef heeft wat meer calcium nodig vanwege de melkgift voor de pups, rond de 20% (40% vleesbot). Geef absoluut geen extra calciumpreparaten bij de voeding van de hond! Dit kan zeer schadelijk zijn! Geef een drachtige en zogende teef meerdere keren per dag te eten. Zeker voor een drachtige hond is dit van belang aangezien deze puppies met zich meedraagt. Geef geen harde botten maar geef vooral botten van gevogelte zoals kipkarkassen en eendennekken. (of in kleinere hoeveelheden maar geen grote hompen zware botten)
Bron: Voernatuurlijk.nl
Hoewel je bij commerciële hondenvoeders voer hebt voor pups, jonge honden en oude honden werkt dit bij het zelf samenstellen anders. Een wolvenjong zal in de natuur ook geen andere dingen eten dan de volwassen dieren. Er bestaan immers geen “puppykonijnen” en “seniorherten”. Pups en ook oude honden eten hetzelfde alleen in andere hoeveelheden. Hoewel volwassen honden gemiddeld zo’n 2 tot 2,5% van hun gezonde lichaamsgewicht per dag eten eet een pup zo’n 5 á 10% van zijn lichaamsgewicht. Je kunt in het begin uitgaan van deze 5%. De percentages bot, spiervlees en orgaan zijn voor pups precies hetzelfde als voor volwassen honden. Dat wil dus zeggen: 60-70% spiervlees, 15% orgaanvlees en tot slot 15% bot. Ook bij pups is het belangrijk om minimaal 4 verschillende diersoorten te geven.
Bij pups, meer nog dan bij volwassen honden is het erg belangrijk om op het oog te voeren. De gegeven hoeveelheid is dan ook slechts een richtlijn, de ene pup heeft minder nodig dan de andere, sommige pups hebben meer voedsel nodig.
Vanaf een week of 4 kan een pup al een beetje mee-eten met wat vlees. Het makkelijkste is om dit heel fijn te malen of te knippen. Indien de pup wat ouder is kan hij al voorzichtig mee knabbelen aan wat zachte botjes zoals kippennekken. Botten om te beginnen zijn botten van gevogelte zoals kip, parelhoen, kwartel en eend. Konijn en haas zijn ook zeer geschikt om te voeren, zowel in zijn geheel met huid en haar, als ontveld en in stukken. Als je pup wat ouder is kun je overgaan op het 'zwaardere' werk zoals lamsnekjes en zachte ribbetjes. Kleinere gehele prooidiertjes zoals ratten en muizen zijn ook erg geschikt. Een pup krijgt met zijn fijne en kleine gebit natuurlijk nog geen grote botten weg. Je kunt aan je pup vanzelf merken wanneer je verder kan gaan met wat "moeilijkere botten". Geef geen dragende delen of harde botten aan pups tot ze volledig uitgewisseld zijn, dit kan voor een verkeerde stand van het gebit zorgen (tanden kunnen al te snel uitvallen)!
Spier en orgaanvlees mogen natuurlijk al meteen gegeven worden, van elk diersoort behalve varkensvlees in verband met de besmettelijke dierziekte Aujeszky. Sommige pups hebben in het begin wat meer moeite met wat taaier vlees zoals kopvlees maar de pup groeit vanzelf naar ‘moeilijkere’ stukken toe. Rauwe eieren (indien in zijn geheel gegeven), yoghurt en kefir kunnen ook probleemloos gevoerd worden. Probeer je pup ook als zo snel mogelijk kennis te laten maken met vis en wild. Veel honden die nog nooit vis en wild hebben gegeten en die er op latere leeftijd kennis mee maken willen het niet meer eten. Denk bij wild aan eend, fazant en konijn en haas.
Een pup dien je volgens de richtlijnen 2-3 maal per dag te voeren, vanaf een maand of 6 moet je ZEKER overgaan op 2 keer per dag, en vanaf een maand of 10 kun je overgaan op 1 maal per dag. De meeste pups doen het al meteen goed op 2 keer per dag. Als je vaker voert hebben ze nooit echt een vol maagje: immers voer je steeds muizenhapjes. Daarbij verteert rauw (écht rauw dus geen KVV) veel langzamer dan brokken.
Sommige honden geven echter al sneller aan dat één keer per dag voeren voldoende is. Je hond zelf is altijd de grootste raadgever, het kijken naar je hond is dan ook het belangrijkste. Bij pups mag je één maaltijd in de week overslaan. Die hoeveelheid die je "weglaat" bij 1 maaltijd dien je wel bij een andere maaltijd op die dag te geven. Vanaf een jaar kun je jouw hond een hele dag laten vasten. Liefst niet eerder omdat de hond dan nog volop in de groei is en alle voedingsstoffen nog zo ontzettend nodig heeft.
Drachtige en zogende honden
Bij drachtige teven kun je het beste de volgende percentages aanhouden:
15% bot (=30% vleesbot), 10% orgaanvlees en de rest spiervlees. Als de bevallig nadert is het verstandig wat extra lever te voeren in verband met eclampsie. Een zogende teef heeft wat meer calcium nodig vanwege de melkgift voor de pups, rond de 20% (40% vleesbot). Geef absoluut geen extra calciumpreparaten bij de voeding van de hond! Dit kan zeer schadelijk zijn! Geef een drachtige en zogende teef meerdere keren per dag te eten. Zeker voor een drachtige hond is dit van belang aangezien deze puppies met zich meedraagt. Geef geen harde botten maar geef vooral botten van gevogelte zoals kipkarkassen en eendennekken. (of in kleinere hoeveelheden maar geen grote hompen zware botten)
Bron: Voernatuurlijk.nl
Minhie- Aantal berichten : 214
Registratiedatum : 17-04-11
Leeftijd : 37
Woonplaats : Groningen
Soortgelijke onderwerpen
» Spullen in huis halen voor pups
» Reactie op andere honden
» Hokkaido stelt zich voor
» Voor- en nadelen van castratie en sterilisatie
» Ook Minhie stelt zich voor,
» Reactie op andere honden
» Hokkaido stelt zich voor
» Voor- en nadelen van castratie en sterilisatie
» Ook Minhie stelt zich voor,
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum