Rasstandaard Shikoku

Shikoku

De Shikoku lijkt net als de Kishu en de Kai erg veel op elkaar. Ze verschillen van elkaar wat betreft uiterlijke details en gebruikswijze. Het is een zelfstandige, stille en waakzame hond. Hij is een typische eenmanshond. Dit ras komt buiten zijn vaderland nauwelijks voor.
Een ouroud Japans ras, dat op het eiland Shikoku werd gefokt voor de jacht op wilde zwijnen en zijn specialisme was het jagen op herten. In 1037 is dit ras opgenomen in het register van natuurmonumenten.
De Shikoku onderscheidt zich van zijn maatje, de Shiba, door zijn grotere afmetingen en de kleur van zijn vacht. De Shikoku heeft een schofthoogte van 43-53 cm en is gestroomd of rood gekleurd (donker gestroomd = Blackisch en rood gestroomd = Reddisch).
Net als andere middelgrote Japanse rassen is zijn vacht kort, hard en steil met een zachte dichte ondervacht. De samenstelling van het lichaam is karakteristiek voor Poolhonden, de bevederde gekrulde staart en de staande driehoekige oren. De typische kenmerken van de Shikoku zijn hun atletisch lichaam en het opvallende typerende hoofd (vrij lang in voorsnuit). De shikoku is een loyale jager en een maat die tegen ieder weertype bestand is. Hij is behoorlijk onafhankelijk en kan zich afstandelijk en gereserveerd gedragen. Indien hij goed is opgevoed is hij zeer gehoorzaam en met de juiste aanpassingen is hij een fantastisch huisdier.

[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze afbeelding te kunnen zien.]

Hoofd: Hij heeft een brede schedel met duidelijke wangen en een matige stop. Een vlakke neusrug, droge lippen en een zwarte neusspiegel.

Aangezicht:
Ogen: Klein, driehoekig, donkerbruin van kleur.
Oren: Klein, driehoekig, rechtopstaand en naar voren gericht.
Gebit: Scharend

Hals: Krachtig, dik en gespierd.

Lichaam: Duidelijke schoft, rechte en sterke rug. Krachtige lendenen, diepe borstkas. Voldoende voorborst en een opgetrokken buiklijn

Ledematen: Normale hoekingen in voor- en achterhand. Voldoende bone, gespierde dijen en benen, sterke en lage sprong.

Voeten : Goed gesloten, rond met donkere nagels.

Staart: Hoog aangezet, krachtig en dik. Gekruld of in een boog (sikkel) over de rug gedragen. In gestrekte toestand moet de staart tot aan de punt van de sprong reiken.

Gangwerk: Licht, veerkrachtig gangwerk.
Vacht: Recht, hard dekhaar met zacht onderhaar. Op de staart is de vacht wat langer.
Kleur: Rood of getijgerd

Schofthoogte Reuen 51,5 cm en teven 45,5 cm. Een afwijking van 3 cm is toegestaan.

Bron: Akitaclub.nl